Wat je zakelijk kunt leren van een ‘kind met een rugzakje’

Ik heb een boek getiteld ‘Het explosieve kind’ aan gelezen. Eerlijk gezegd wat noodgedwongen omdat mijn dochter forse ADHD heeft in combinatie met PDD-NOS (autistisch spectrum). Wees echter niet bang dat dit een hele zware blog wordt, maar laat ik er tegelijkertijd ook niet te luchtig over doen: Het is verdomd pittig om daar als ouder mee te moeten dealen. Nu is opvoeden voor iedere ouder een uitdaging en krijgt geen enkele ouder een gebruiksaanwijzing bij de geboorte van zijn of haar kind, maar geloof me: Bij een kind met een ‘rugzakje’ heb je die gebruiksaanwijzing als ouder dubbel zo hard nodig. Waarom? Omdat je alle ideeën die je ooit had over opvoeden, plus alles wat je graag had willen overnemen van je ouders, overboord kunt gooien. Ook alle conventionele methoden van interactie, sturen en corrigeren werken niet. Bij een kind met een rugzakje werkt het anders.

Het kind kun je in basis niet veranderen. Je kunt het hooguit inzicht en handvatten geven. Jij moet als ouder dus veranderen. In je benadering en in je wijze van communiceren naar je kind. En dat begint bij je eigen denkpatroon. Geen gemakkelijke opgave. Mijn dochter is een fantastische en slimme meid, maar dat maakt het niet makkelijker. Daarom zijn wij erg blij met de intensieve begeleiding die wij momenteel krijgen waarin we leren hoe we haar het beste kunnen begeleiden als ouders en hoe we effectief met haar kunnen communiceren.

Collega’s met een rugzakje

Voorgaande zette mij aan het denken. Want volgens mij is het in het zakelijk verkeer soms niet anders. Je komt mensen tegen die zeer gemakkelijk zijn in de omgang. Soms kom je echter mensen tegen waarbij de communicatie doorgaans wat stroever loopt. Ze reageren niet, vreemd of ‘explosief’. Een goed gesprek kan dan soms de lucht klaren en dan blijkt er een verklaring te zijn geweest met een angel die eruit te halen is. Soms kan dat echter niet doordat er een andersoortige oorzaak onder ligt, bijvoorbeeld een al dan niet vastgestelde (persoonlijkheid) stoornis. In de praktijk weet je dit echter vaker niet dan wel. Je hebt hooguit je vermoedens.

Terwijl je voorgaande leest heb je vast al een (ex) collega op je netvlies die wat jou betreft in de categorie ‘collega met een rugzakje’ thuishoort. Hoe ga je met die persoon om? Wil je überhaupt met die persoon omgaan? En wat heb je al gedaan om de omgang te verbeteren? Communicatie is voor de meeste mensen al uitdagend genoeg, laat staan met iemand waarbij dat anders werkt en die daarmee de uitzondering vormt ten opzichte van het merendeel van de mensen qua communicatieve vaardigheid. En wat is goed als het om communicatie gaat? En wat is vaardig?

Hoezo communicatief vaardig?

Ik zie regelmatig sollicitaties binnenkomen waarbij in het CV een zelftypering is opgenomen als ‘communicatief vaardig’. De vraag achteraf is echter vaak naar wiens standaard het stempel ‘vaardig’ gegeven is. Eerlijk gezegd durf ik nu ook niet direct een definitie te geven van communicatieve vaardigheid. Dat iemand het vermogen heeft om antwoord te geven op een vraag kan in de ene setting prima volstaan, terwijl in een andere setting veel meer van iemand verwacht wordt. Blijkbaar is de context dus erg bepalend.

Eén van de factoren die de context bepalen is de cultuur. En als onderliggende factor de sfeer waarbinnen gecommuniceerd moet worden. In een gemoedelijke sfeer zal iemand zich gemakkelijker openstellen dan in een bedrukte setting. Oftewel als in een organisatie het niet vanzelfsprekend is om je vrij voelen om te communiceren, dan zullen de medewerkers over een grotere mentale drempel moeten stappen om toch te gaan communiceren. Nuchtere conclusie: Je kunt geen proactieve open communicatie verwachten in een gesloten cultuur.

Je krijgt wat je geeft

Even terug naar de basis. Wat veel mensen namelijk vergeten is dat communicatie altijd twee kanten kent. Een ‘zender’ en een ‘ontvanger’. Juist ook waar communicatie mis gaat, is het van belang om die twee kanten te onderkennen. Hoe je iemand benadert, is bijvoorbeeld bepalend voor de reactie die je krijgt. Als ik jou tegemoet treed met gebalde vuisten voor me, zoals een bokser, dan zul jij mij niet snel met open armen ontvangen. Als ik je echter met open armen tegemoet treed, dan zul jij mij niet snel met gebalde vuisten ontvangen. Je krijgt dus wat je geeft.

Met dit voorbeeld in je achterhoofd kun je bedenken dat veel communicatie mis gaat. De zender heeft een bepaalde lading (emotie) die hij onbewust meezendt waardoor de boodschap met die lading overkomt bij de ontvanger. Of juist andersom. De ontvanger is al emotioneel geladen waardoor een ‘normaal’ verzonden boodschap alsnog verkeerd ontvangen wordt. Ruis op de lijn!

Vaak spelen perceptie en aannames (zie blog 1 november 2015) een grote rol bij het mislopen van communicatie. Jij hebt al van alles in je hoofd en je emotie heeft al van alles in je losgemaakt. Dat bepaalt dan hoe je de ander benadert en daarmee hoe die ander vervolgens op jou reageert. We zijn echter menselijkerwijs geneigd om op de emotie te reageren en niet op de boodschap. De vraag waarom de emotie er is, wordt echter niet (snel) gesteld waardoor je met elkaar op verkeerde voet komt te staan.

Moeilijk ding dat communiceren

Er kan ook sprake zijn van onwil of juist onvermogen om te communiceren. Communiceren en menselijke interactie is voor veel mensen best eng en moeilijk. In plaats van al je inspanning te richten op het veranderen van ‘onwilligen’ of ‘onvermogenden‘ om wel te willen of kunnen communiceren, kun je ook kijken naar het veranderen van je eigen perspectief. Wat kun jíj veranderen in je communicatie om het beoogde effect te bereiken?

Uit het boek ‘Het Explosieve Kind’ heb ik geleerd dat een kind het goed doet, als het dat kan. Als mijn dochter dus niet meewerkt, nukkig is en overal “nee” op roept, dan is dat niet omdat ze niet wil meewerken, maar omdat ze dat op dat moment niet kan. Wij moeten dus niet reageren op ons idee dat onze dochter niet wil meewerken, maar op de vraag waarom ze dat op dit moment blijkbaar niet kan. Wat is de onderliggende reden? Klinkt gemakkelijker dan het is overigens omdat je op dat moment zelf in een bepaalde emotie zit.

Terug naar de zakelijke setting. Begin eens met het erkennen dat je zelf een zeer belangrijke bijdrage en verantwoordelijkheid hebt in het welslagen van communicatie. Als je met één vinger naar een ander wijst, wijzen er altijd zeker drie terug naar jou… Kort door de bocht willen gaan leidt zelden tot het gewenste resultaat. Denk dus na over wat je tegen wie wilt zeggen en op welke manier je de boodschap het beste over kunt brengen.

E-Mail is géén communicatiemiddel

De boodschap, de zender en de ontvanger zijn niet de enige bepalende factoren voor goede communicatie. Ook het communicatiemiddel speelt een belangrijke rol. Choose it wisely!

De moderne hulpmiddelen die we tegenwoordig kennen zijn hierbij tegenwoordig vaak de veroorzakers van veel misverstanden. Ik heb het dan over e-mail, Whatsapp, Facebook, SMS, etc. Ik kan je legio voorbeelden geven van hoe een goedbedoelde e-mail leidde tot flink verzuurde verhoudingen. Hoe dat komt? Omdat de zender niet de moeite nam om even persoonlijk contact te leggen voor het overbrengen van een boodschap waar emotie onder ligt of die tot emotie kan/zal leiden. Veel mensen maken nog steeds de fout om te denken dat e-mail, Whatsapp, SMS etc. echte communicatiemiddelen zijn. Dat is dus niet zo!!

Je moet ze (en dus ook e-mail!) zien als middelen ter ondersteuning van communicatie. Doordat het echter als communicatiemiddel gebruikt wordt en mensen aan platte tekst toch geneigd zijn emotie toe te kennen, is alles wat je schrijft voor meerdere emotionele uitleg vatbaar met daarmee een grote kans op een verkeerd geïnterpreteerde emotie. Als je dus iets wilt overbrengen wat gevoelig ligt of kan liggen, kies dan altijd voor een persoonlijke manier van communiceren. Achteraf alsnog een e-mail gebruiken om een en ander (zakelijk) te bevestigen is uiteraard prima. Maar gebruik het niet als primair communicatiekanaal.

Kun je communiceren leren?

Soms raak ik als ouder enigszins gefrustreerd door mensen die maar wat roepen waar het de opvoeding van mijn dochter betreft. Opmerkingen als “Ze groeit er wel overheen” of “Je moet gewoon strenger zijn”, zijn vooral uitingen van onwetendheid van wat het betekent om een kind met gedragsstoornis te hebben. Diezelfde frustratie zou je ook in het zakelijk verkeer tegen kunnen komen omdat we vaak veronderstellen dat iedereen alles maar kan leren “als hij/zij het maar wil”. Uit vele onderzoeken en methodieken blijkt echter dat niet alles voor iedereen te leren is.

Wij hanteren de TMA methode onder meer voor talent management en daarin onderscheiden we grofweg twee soorten gedrag:

  • Natuurlijk gedrag: Ligt dicht bij je, ben je makkelijk in ontwikkelbaar en levert je energie op;
  • Aangepast/aangeleerd gedrag: Komt niet van nature, kost je meer moeite om je in te ontwikkelen en kan zelfs energie kosten ondanks dat je het misschien wel goed doet.

Hieruit blijkt al dat je ‘van nature’ als individu bepaalde kwaliteiten meebrengt en dat die basis bepalend is voor wat je kunt leren en in welke mate je kunt leren. Het begint echter wel bij het hebben van het inzicht in wat voor jou ontwikkelbaar is.

Wij komen regelmatig tegen dat iemand in zijn rol veel moet communiceren, maar dat dit hem/haar niet als vanzelfsprekend af gaat. Pak het voorbeeld van sociale empathie. Ik ken veel leidinggevenden die sociale empathie tonen omdat het niet geaccepteerd wordt en op z’n zachtst gezegd niet handig is om het niet te tonen. Van nature hebben ze echter helemaal niet zo’n interesse in de emotie van een ander. Die medewerkers moeten gewoon hun werk doen en verder niet teveel zeuren!

In zo’n geval moet je zo’n leidinggevende niet voor een team zetten dat emotioneel nogal wat bagage met zich meedraagt. Hij/zij moet juist een team aansturen dat prima volstaat met functionele aansturing. Een team dat veel emotionele aandacht nodig heeft, gaat veel energie vergen van de leidinggevende en dan nog zullen de medewerkers niet het gevoel krijgen echt gehoord te worden. Dat is niet alleen voor de leidinggevende in kwestie en het team van belang, maar ook voor de organisatie die het betreft. Wij kijken in onze praktijk op eenzelfde manier naar professionals bij het invullen van interim-, project- of vaste functies. Niet alleen of iemand ‘het kan’ is bepalend, maar meer nog of die persoon er ook energie van krijgt. Dat bepaalt namelijk of die persoon er ook eerder efficiënt en effectief in zal zijn.

Hand in eigen boezem

Als jij in jouw (werk)omgeving weleens te maken hebt met iemand waarmee de communicatie niet gemakkelijk verloopt, vraag je dan eens af hoe dat komt? Ligt het per definitie aan de ander, of kun je hand in eigen boezem steken en heb jij een aandeel in de moeizame interactie? Bijvoorbeeld doordat je verkeerd reageert of een verkeerd middel voor de communicatie hebt gebruikt.

Waar het een persoon ‘met een rugzakje’ betreft is het nog meer aan jou dan aan die persoon om de flexibiliteit te tonen om anders met de communicatie om te gaan. En laat ik uit privé-ervaring spreken: Dat is dus niet makkelijk! En mocht de communicatie met jouw kind of collega zonder rugzakje soms toch moeizaam verlopen? Bedenk dan dat het van tijdelijke aard is en dat je díe situatie wél kunt veranderen. Ik wens je veel begrip en veel prettige communicatie!

Inspirerende groet,

Bart M. Diepenbroek

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.